Logo Zoeken

Interview met Jaap de Bruijn: Dilemma's voor woordvoerders

10 januari 2018De redactie

Jaap de Bruijn is stakeholdermanager bij Coöperatie VGZ, zorgverzekeraar. Hiervoor deed hij woordvoering in de functie van manager mediarelaties. Rondom issues doet hij soms nog de woordvoering namens VGZ. "Ik denk zelf dat het goed is om contacten met belangrijke opinieleiders en influencers warm te houden. Hierdoor maak je de voedingsbodem voor fake news kleiner."

Jaap-de-Bruijn-705-220.gif


Jaap, wat houdt  het werk als stakeholdermanager precies in?
Dat is lastig samen te vatten, want het is erg breed. Over het algemeen bestaat mijn werkgebied uit reputatiemanagement met aandacht voor de interne en externe relaties van VGZ. ‘Public affairs’ richt zich meestal op overheid en politiek, maar in mijn geval gaat het vooral om andere relaties en partners van VGZ. Ik probeer dagelijks te investeren in die relatie en ondersteun collega’s daarbij. Ik ben er van overtuigd dat als je investeert in die samenwerking, dat je effectiever kan zijn in het behalen van gezamenlijke doelen.


En Jaap, jij bent één van de initiatiefnemers om de bijeenkomst Trending now: woordvoerders onder druk door sociale media?. Wat is de reden om breder aandacht aan te geven aan woordvoering?
De aanleiding hiervoor was dat ik aanwezig ben geweest bij het Perscongres vorig jaar. Bartho Boer presenteerde daar de uitslag van het groot woordvoerdersonderzoek. Hier kwamen resultaten uit, die mij persoonlijk als woordvoerder wel hebben verbaasd. Uit het onderzoek bleek namelijk dat veel woordvoerders vooral gevaren zien als het gaat om social media. Het onderzoek gaf ook inzicht in welke media als betrouwbaar ervaren worden door woordvoerders en welke niet. De resultaten hebben de bodem gelegd om verder te praten over dit onderwerp en dat gaan we dus nu doen op 18 januari.


Leuk dat zo het balletje is gaan rollen! Wat komt er allemaal aan bod tijdens de bijeenkomst op 18 januari?
Het gaat eigenlijk over de dilemma’s voor woordvoerders (en journalisten!) anno 2018. En hoe we ons als professionals kunnen verhouden tot bijvoorbeeld social media en fakenieuws. Ik denk bijvoorbeeld dat als je social media goed inzet,  je er als organisatie heel veel aan kan hebben. Je hebt snel inzicht in hoe er over je gepraat wordt, doordat je beter ziet wat er speelt. Online kanalen kun je bovendien inzetten om een dele van de woordvoering te doen en je netwerk te onderhouden. Woordvoerders hebben er naast perscontacten met radio, TV en kranten tegenwoordig meer instrumenten en directe kanalen bij gekregen. Dit geldt voor ons als woordvoerder, maar ook voor bazen. Hoe moeten we ermee omgaan dat onze opdrachtgevers zelf directe toegang tot publiek en media hebben? Het groot woordvoerdersonderzoek biedt handvatten om met elkaar in gesprek te gaan over welke kansen er de komende jaren voor ons liggen, maar ook welke risico’s of dilemma’s er zijn.

Fake news bijvoorbeeld, heeft altijd al bestaan, maar de vraag is hoe kunnen we hiermee vandaag de dag omgaan of het zelfs voorkomen? Ik denk zelf dat het goed is om contacten met belangrijke opinieleiders en influencers warm te houden. Hierdoor maak je de voedingsbodem voor fake news kleiner, doordat er minder misverstanden of vooroordelen zijn. Door het ontbreken van de juiste informatie of door misverstanden is de kans op fake news groter, dus is het belangrijk om ook via social media goede banden te hebben met mensen die het nieuws ‘bepalen’.

Bij  VGZ zetten wij de laatste jaren steeds vaker specialisten in om ons verhaal te doen in plaats van woordvoerders. In oude én nieuwe media. Denk bijvoorbeeld aan onze zorginkopers die contracten sluiten met ziekenhuizen. Wij laten hen zelf het verhaal vertellen. Hierdoor wordt het voor mensen duidelijker en transparanter wat we doen en wat ons drijft. Ook de NS doet het op deze manier, ze investeren bijvoorbeeld in vlogs van de roostermakers. Zo laat je zien hoe beleid tot stand komt en welke overwegingen je hebt in de uitvoering ervan. Vroeger werkte dat heel anders, doordat de krant of de radio de selectie maakte. Het zou mooi zijn als woordvoerders vaker dat soort kansen grijpen.


Voor wie is deze bijeenkomst interessant?
De onderwerpen die aan bod komen, zijn interessant voor woordvoerders, communicatie-adviseurs én journalisten. We willen praten over de wisselwerking, de snelheid en omloop van nieuws waar wij als woordvoerders of organisatie mee te maken hebben. Journalisten lopen waarschijnlijk  tegen hetzelfde aan. Hoe kijken wij daar tegen aan vanuit ons eigen perspectief? Want bij wie ligt de verantwoordelijkheid om te zorgen voor gebalanceerde berichtgeving? Het belang dat journalisten hechten aan hoor en wederhoor lijkt vandaag de dag minder groot. Maar woordvoerders moeten zich ook realiseren dat er geen deadlines meer zijn: alles moet nú. We moeten het hier niet alleen als woordvoerders  onderling over hebben. Zijn journalisten zich ervan bewust dat de snelheid misschien wel méér verantwoordelijkheid met zich meebrengt? Bereikbaarheid van woordvoerders (en snelle interne afstemming) is ook iets dat niet altijd vanzelfsprekend is. Door de snelheid op social media moet je snel kunnen handelen. Wanneer iemand onbereikbaar is, wordt het lastig als journalist om je aan hoor en wederhoor te houden. Kortom, woordvoerders en journalisten zitten denk ik met dezelfde dilemma’s en verantwoordelijkheden. Ik hoop daarom dat het een leerzame en interessante bijeenkomst wordt.

Wil jij ook tijdens deze bijeenkomst meepraten over de uitkomsten van het Grote Woordvoerdersonderzoek? Meld je dan aan voor deze sessie op 18 januari met panelleden uit het vak én met Tom Jan Meeus (NRC) en Jaap van Zessen (AD/Persgroep).