Neem stelling: communiceren vanuit een helder moreel kompas
Communicatie draait om duiden en verhelderen, maar wat als de boodschap schuurt met je eigen waarden, of die van je organisatie? In een tijd van polarisatie, protest en politieke wispelturigheid zijn moedige gesprekken over morele dilemma’s belangrijker dan ooit. In dit essay gaat Janine Harbers in op hoe je als communicatieprofessional je kompas richt als het ongemakkelijk wordt.

Een wereld zonder ongemak bestaat helaas niet.
Ook op het moment dat ik dit artikel schrijf, staat het nieuws vol pijnlijke gebeurtenissen die ongemakkelijke gevoelens oproepen. Oorlogen, protesten en andere conflictsituaties zijn aan de orde van de dag. Ons systeem staat onder hoogspanning. Dat plaatst communicatieprofessionals voor morele dilemma’s: wij moeten immers uitleggen welke afwegingen onze organisaties maken en waarom. In dit artikel probeer ik je aan de hand van een actueel voorbeeld op weg te helpen om het gesprek over morele dilemma’s – met al zijn ongemak – actief te voeren binnen je organisatie.
Morele dilemma’s
Begin juli heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen om illegaliteit en hulp aan illegalen strafbaar te stellen: de Asielnoodmaatregelenwet. Deze voorgestelde wetswijziging – die op het moment van schrijven nog door de Eerste Kamer moet – kan binnen organisaties veel vragen oproepen. Wat betekent het om illegaliteit strafbaar te stellen? Welke waarden komen daarbij onder druk te staan? Moeten wij als organisatie iets met dit amendement? Of druist dat in tegen onze waarden en ons morele kompas? En is het überhaupt praktisch uitvoerbaar?
Dit zijn vragen die communicatiemedewerkers van organisaties als Vluchtelingenwerk of de politie zich direct zullen stellen. De politie heeft – nog voordat de wet in werking treedt – al laten weten grote moeite te hebben met de uitvoerbaarheid ervan. Het plaatst de organisatie voor een moreel dilemma. Hoe verhoudt het oppakken van kwetsbare mensen zich tot de waarden van de rechtsstaat die de politie probeert te beschermen? Denk aan veiligheid, gelijkwaardigheid en menselijke waardigheid.
Betekent dit dat we onderscheid moeten maken tussen eerste- en tweederangsburgers? Dat kunnen én willen veel agenten niet, zo liet korpschef Janny Knol weten op haar LinkedIn. Bovendien kan het maatschappelijke onrust veroorzaken. Gaan mensen zelf handhaven, zoals de groep burgers in Groningen die onlangs grenscontroles uitvoerde? Krijgen we een kliklijn waarop buren elkaar melden als iemand een vluchteling een kop soep aanbiedt?
Het belang van taal
Terwijl ik dit schrijf, denk ik aan de beroemde woorden van Elie Wiesel (1928-2016): “Geen mens is illegaal.” Wiesel, schrijver, Nobelprijswinnaar voor de Vrede en Auschwitz-overlever, gebruikte deze uitspraak als strijdkreet voor asielzoekers uit El Salvador die in de Verenigde Staten onderdak zochten. Maar wat betekent het eigenlijk, ‘geen mens is illegaal’? Betekent het dat mensen het recht hebben om er te zijn, simpelweg door hun geboorterecht? Is een geboorterecht een grondrecht?
Wie een kind krijgt, weet dat een van de eerste dingen die je moet doen, is de baby inschrijven binnen de natiestaat. Wie zich inschrijft, hoort erbij. Maar ben je dan per definitie illegaal als je in een natiestaat woont en niet ingeschreven staat?
Alleen al het woord “illegaliteit” in de Asielnoodmaatregelenwet roept diverse vragen op. Op filosofisch niveau: wat is illegaliteit, wie bepaalt dat, waar ligt de grens? Op uitvoeringsniveau: wat betekent dit voor organisaties zoals de politie en hulpinstanties? En op menselijk niveau: hoe beïnvloedt dit onze medemenselijkheid? De taal die we gebruiken vormt de werkelijkheid die we beleven en bevestigen.
Zorgvuldige vragen
Morele dilemma’s roepen doorgaans veel vragen op binnen organisaties. Het is logisch dat een uitvoeringsinstantie als de politie, gezien haar taak en rol, vragen stelt bij de praktische én morele kant van dit amendement. Ook gemeenten en kerken worden geconfronteerd met ethische vragen. Hoe gaan zij om met mensen die zelf het heft in handen nemen – met goede of minder goede bedoelingen?
Om geloofwaardig stelling te kunnen nemen, is het noodzakelijk om eerst de juiste vragen te stellen. Voor communicatieprofessionals is het essentieel om zulke vragen in een vroeg stadium op tafel te leggen. Als jij iets niet kunt uitleggen, ontstaat verwarring. En verwarring is een vruchtbare voedingsbodem voor polarisatie. Polarisatie floreert bij onduidelijkheid: dan verschuift de aandacht naar identiteitskenmerken in plaats van naar de inhoud van het vraagstuk.
Moedige gesprekken
Stelling nemen of werken met een helder moreel kompas wordt soms verward met snel oordelen. Maar stellingname vraagt juist om het zorgvuldig voeren van het goede gesprek. Dáár ligt de rol van de communicatieprofessional. In een samenleving waarin communicatie en beeldvorming vaak worden gedomineerd door de waan van de dag, zijn nuance en het doorgronden van complexe betekenissen en taal belangrijker dan ooit. Pas dan kunnen we geloofwaardig communiceren.
Als jij namens je organisatie moet communiceren over onderwerpen zoals vluchtelingen, migratie, armoede, klimaatverandering, wonen of gezondheid, kan het lastig zijn om de moeilijke vragen te stellen. Soms raakt een onderwerp je persoonlijk. Soms voel je dat waarden als rechtvaardigheid of gelijkwaardigheid onder druk staan. Of je merkt dat er sprake is van machtsongelijkheid.
Een echte dialoog aangaan is niet makkelijk, maar wel essentieel om tot antwoorden te komen. Ik zie ongemakkelijke gesprekken als moedige gesprekken. Je voelt vaak al vooraf dat zo’n gesprek spannend wordt, zeker als er kans is op kritiek. Hoe voer je dan tóch een moedig gesprek? Door om te beginnen te benoemen dat je het spannend vindt. Het erkennen van je eigen emotie is vaak de eerste stap naar verbinding.
Samen meer weten
Door te praten leren we elkaar, de organisatie, onszelf en de wereld beter begrijpen. Via onze taal kunnen we overeenstemming bereiken over feiten, normen en ervaringen. Juist daarom is het gesprek over morele dilemma’s zo belangrijk.
Morele dilemma’s steken vaak onverwacht de kop op – door een crisis of door snelle (geo)politieke ontwikkelingen. Ik voorzie professionals graag van handvatten om in zulke situaties het gesprek aan te gaan. Daarbij maak ik gebruik van het werk van filosoof Hannah Arendt, die stelt dat we pas tot oordelen en handelen moeten overgaan nadat we gezamenlijk meer weten.
Bij het analyseren van een moreel dilemma kunnen de volgende vragen helpen:
- Hoe kom ik (of wij) hier tot een oordeel?
- Over welke waarde(n) gaat dit?
- Wat is de betekenis van de waarde voor de ander?
- Wat staat er onder druk, en waarom is het een dilemma?
- Wat is onze positie – hebben we hier iets te doen?
- Welke woorden gebruiken we?
- Wat is mijn of onze rol- en taakopvatting?
Dit soort gesprekken zijn essentieel voor het innemen van een standpunt als organisatie én als communicatieprofessional. Goede communicatie begint bij zorgvuldige analyse. Pas als je weet wat je wilt zeggen, waarom, aan wie en met welk doel, kun je adviseren over de inzet van mensen en middelen.
Effectieve communicatie betekent dat je als adviseur aan tafel zit bij besluitvorming. Zo voorkom je dat communicatie slechts wordt gezien als een middelenkwestie. Kortom: steek je nek uit. Take the lead. Adem diep in en voer dat moedige gesprek over het morele dilemma. Alleen dan kan communicatie het hogere doel dienen: verbinding tussen mensen. Willen we dat niet allemaal?
Meer lezen
Hannah Arendt – Oordelen. Het leven van de Geest (2016)
Martin Buber – De weg van de mens (2006)
Bart Brandsma – Polarisatie. Inzicht in de dynamiek van wij-zij denken (2016)
Francis Fukuyama – Identiteit, waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek (2019)
Jürgen Habermas – Theorie van het communicatieve handelen (1981)
Rixt Hulshoff Pol – Ongemakkelijke gesprekken. Een survivalgids (2025)
------
------
Over de auteur
Janine Harbers is coach en trainer in morele oordeelsvorming. Ze heeft een achtergrond als theaterwetenschapper en bestuurskundige, en werkte tien jaar als interim-woordvoerder en strategisch adviseur van wethouders en burgemeesters. Ze traint bestuurders, organisaties en communicatieprofessionals en deelt haar kennis over communicatie, ethiek en openbaar bestuur in workshops en artikelen.