Logo Zoeken
Column

Met trots verzet je bergen en doe je dingen van belang

26 november 2024Betteke van Ruler

“De menselijke kant van communicatie wordt belangrijker dan ooit”, zei AI-expert Sonja Loth. “Soft skills zoals luisteren, empathie en aanpassingsvermogen zijn niet te automatiseren en zullen een onderscheidende factor zijn voor communicatieprofessionals in 2025.” Maar hoe zorg je ervoor dat jouw team die skills gaat uitdragen naar buiten toe? Dat de menselijkheid van ons vakgebied zichtbaar wordt? 

Betteke van Ruler

Marjolein ten Hoonte, directeur arbeidsmarkt Randstad, noemde dat in 2016 het verschil tussen koude en warme communicatie. De koude is het routinematige, de simpele berichten, de warme gaat over persoonlijke aandacht, gepolariseerde verhoudingen overbruggen, meer bieden dan de ander verwacht, er zijn voor de ander en die zien als mens.

Ook zij zag een grote toekomst voor specialisten die die warme kant behartigen. Beiden dagen zij ons uit om ons daarin te bekwamen en dat te zien als een bijzondere expertise die kunstmatige intelligentie niet kan overnemen. Eentje waar je trots op mag zijn.

Tegelijkertijd vindt ons huidige kabinet dat het maar de vraag is of je wat hebt aan al die communicatieprofessionals. Blijf dan maar eens trots.

Trots op je vak: hoe dan?

Dit jaar bestond opleidingsinstituut Van der Hilst vijftig jaar. Zij propageren (terecht) dat we trotser moeten zijn op ons bijzondere vak. Maar hoe doe je dat?

Je bent trots op je werk als je vindt dat het van belang en betekenis is en als je vindt dat je het deskundig en naar eer en geweten uitvoert, zeggen de auteurs van Beroepstrots. Trots begint met trots op wat je doet, met zelfwaardering.

Maar daarmee ben je er niet, zeggen zij. Je kunt namelijk pas trots zijn als je ook waardering krijgt van anderen voor je inzet en je prestaties. Anders heb je uiteindelijk vooral last van beroepszeer. 

Aristoteles over trots

De Griekse filosoof Aristoteles zei al dat trots belangrijk is. Want wie trots is, doet grootse dingen, verricht zaken van belang. Daar is wel een maar aan, zei hij erbij.

Wie een uitstekende prestatie levert maar die niet uitdraagt en er geen erkenning voor vraagt, is alleen maar nederig. Maar wie zichzelf ten onrechte grootse prestaties toedicht, is alleen maar verwaand.

Maar wie bepaalt wat een uitstekende prestatie is, eentje waar je trots op kunt zijn en waarvoor je ook erkenning krijgt? Want dat bepaalt uiteindelijk of je je echt trots kunt voelen op je vak. 

Hoe je aan beroepstrots komt

Dé expert op het gebied van beroepstrots, Howard Gardner, doet daar al jaren onderzoek naar via zijn Good Work Project. Als je vakbewaam, integer en betrokken je werk kunt doen, voelt dat als waardevol. Dat is natuurlijk wat de meesten van ons willen, maar het lukt niet altijd om zo in je werk te staan.

De vier criteria van Howard Gardner

Volgens Gardner komt dat omdat dan niet is voldaan aan één of meer van de vier criteria die werk tot waardevol werk maken: 

  • Er zijn duidelijke criteria over wat vakbekwaamheid is en wanneer jij daaraan voldoet
  • Er is overeenstemming binnen de beroepsgroep over die criteria en de hele beroepsgroep staat daar ook achter
  • Er is verinnerlijking van die criteria door alle beroepsbeoefenaren zodat het een natuurlijke manier van handelen is om volgens die criteria te werken (‘zo doen we dat nu eenmaal’)
  • Er is geen tegenwerking om zo te handelen binnen de eigen organisatie of daarbuiten

‘Er zijn maar weinig teams die een heldere, binnen het team gedragen en uitgewerkte visie op hun eigen vak hebben’

Voldoen niet aan deze criteria

Als je deze vier criteria tot je laat doordringen, dan is al onmiddellijk duidelijk dat wij als vakgebied daar niet aan voldoen.

Er zijn nauwelijks duidelijke criteria over wat tot ons vak behoort en wat niet en wat voor die aspecten die ertoe behoren dan de vakbekwaamheid is. Met gevolg dat iedere professional dat zelf moet bepalen en in haar eigen werk moet bevechten.

Ik zie dat er vaak gedoe over deze vragen is, zowel binnen teams als tussen professionals en opdrachtgevers. Er zijn maar weinig teams die een heldere, binnen het team gedragen en uitgewerkte visie op hun eigen vak hebben, laat staan dat die visie ook gedragen wordt binnen de organisatie.

Met gevolg dat het helemaal afhangt van de match tussen opdrachtgever en opdrachtnemer of er overeenstemming is over wat de rol van de communicatieprofessional is en hoe die zijn werk doet.

Professioneel maar onzeker

Mijn ervaring is dat de meeste communicatieprofessionals erg enthousiast zijn over hun vak, erg betrokken zijn bij wat ze doen, maar dat ze zich vaak onzeker voelen over de vraag of ze wel met het goede bezig zijn en of ze dat professioneel genoeg doen.

Wanneer iemand gezien wordt als een professional is overigens niet duidelijk, maar één ding is zeker: een professional is een ‘service worker, never a servant’, zegt professionaliseringsdeskundige van de Hogeschool Utrecht Ed de Jonge in zijn proefschrift. Hoe zit dat in ons vak?

Waar kunnen we beginnen 

Tegelijkertijd zie ik ook dat opdrachtgevers niet precies weten wat ze van communicatieprofessionals kunnen verwachten. Dat vult dan dus iedereen maar zelf in, naar eer en geweten, of gewoon omdat ze dat werkende weg hebben geleerd.

Er wordt veel te weinig tijd genomen om met elkaar te praten over de toegevoegde waarde van ons als communicatieprofessionals. Zowel binnen teams, binnen de beroepsgroep als geheel, en met anderen binnen de organisatie.

Erkenning vraagt om dialoog

De meningen over wat een professional is, zijn verdeeld, maar één ding is zeker. Om trots te kunnen zijn op je eigen werk, zegt Gardner, is er een symbiose nodig van:

  • hoe jij je laat zien als professional,
  • hoe de beroepsgroep als geheel zich laat zien,
  • helderheid over de kwaliteitsnormen zowel binnen als buiten de beroepsgroep
  • en als laatste de erkenning van anderen dat het waardevol is wat deze beroepsgroep doet. 

Begin bij jezelf

Het lastige is dat je op de meeste van deze zaken weinig invloed hebt. Of je erkenning krijgt van anderen, moet je maar afwachten. Maar wie goed doet, goed ontmoet.

Verander de wereld, begin bij jezelf. Wij kunnen beginnen met het gesprek over onze eigen professionele identiteit, onze beroepsidentiteit en onze kwaliteitsnormen. Het zou mij niet verbazen als die erkenning dan ook komt.

De uitkomsten van het TrendTeam, gepresenteerd op C-day24, zijn een goede aanleiding om dit gesprek met elkaar aan te gaan.

Bronnen voor reflectie en dialoog

De prachtige boeken van Manon Ruijters over de ontwikkeling van professionele identiteit, mijn boek Communicatie in positie in 3 stappen en het boek van Mark van Vuuren en Luc Dorenbosch, Mooier Werk, staan boordevol tips om dit gesprek aan te gaan. 

------

Dit artikel is geschreven voor vakblad C en na optimalisatie voor online leesbaarheid, geplaatst op de website.