Logo Zoeken

"Niet alles wat mag, moet"

30 januari 2019Bernadet Timmer

“Waarheidsvinding wordt geboren uit het botsen van ideeën. Vrijheid van meningsuiting (Artikel 7 van de Grondwet) is ontstaan als de vrijheid van de burger ten opzichte van de overheid. Al lijkt het nu vaak op de vrijheid om andere burgers verrot te schelden.” Wat is onze rol als communicatieprofessional, nu iedereen zowel zender als ontvanger is? En is er zoiets als een ethische grens?

blog Bernadette.jpg

Media-ethicus Huub Evers is een van de sprekers tijdens de Vakimpuls van Logeion over ethiek in het medialandschap op 28 januari in het NBC-congrescentrum in Nieuwegein, over de grenzen van media en communicatie. Hij is lid van de Raad van de Journalistiek en Ombudsman bij regionaal dagblad De Limburger. Voor hem draait ethiek in de media om drie kernbegrippen: vrijheid van meningsuiting, maatschappelijke verantwoordelijkheid en publieke verantwoording. "Mensen moeten de mogelijkheid hebben om in volle vrijheid hun mening te geven over zaken die van publiek belang zijn; die er voor hen en hun omgeving toe doet. Je moet zonder dwang kunnen zeggen wat je ergens van vindt.”

Grondwet
In het grondwetartikel staat dat ‘niemand voorafgaand verlof nodig heeft om (door de drukpers) gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’. Evers: “Er is geen censuur om gedachten of gevoelens te openbaren. Maar je mag niet alles zeggen wat je wilt, want er zijn ook grenzen aan de wet. Je mag geen haat zaaien en niet discrimineren.” Toch blijven die grenzen vaag, want wat de een belediging vindt, is voor anderen wel aanvaardbaar.

Naast strafrechtelijke grenzen zijn er ook grenzen aan het burgerlijk recht. Evers: “Journalistiek heeft ook ethische kanten. Als iemand een klacht voorlegt aan de Raad van de Journalistiek wordt gekeken of er wel zorgvuldig gehandeld is. Je moet goed onderzoek doen, betrouwbare bronnen gebruiken, hoor en wederhoor toepassen. Gek genoeg kunnen mensen nergens terecht voor klachten over communicatiemedewerkers en is er geen orgaan waar communicatiemedewerkers zelf terecht kunnen bij ethische kwesties. Er is geen Raad voor de Communicatie, geen instantie die toetst op basis van vaknormen, omdat we die niet hebben. Terwijl communicatiemedewerkers (deels) wel rechtstreeks te maken hebben met het publiek. We hebben wel gedragscodes, maar die zijn van net na de oorlog. Terwijl communicatie enorm veranderd is.” Denk aan reputatiemanagement en sociale media.

Schandpaal
Het debat hierover valt uiteen in twee groepen: het juridische kamp, dat zegt dat beledigen mag. Ben je het er niet mee eens, dan kun je naar de rechter stappen. En het morele kamp, dat zegt dat er geen vrijheid is zonder verantwoordelijkheid. “Persvrijheid is ook de vrijheid om iets niet te publiceren. Niet alles wat mag, moet.” Evers ziet steeds meer ‘hatespeeches’, waarbij de social media als schandpaal fungeren. Media werken wel mee aan het vinden van de daders, maar ‘naming and shaming’ levert ook complicaties op.

Vanwege de spanning tussen snelheid en zorgvuldigheid vallen nogal eens onschuldige slachtoffers. “De deadline is altijd nu. We zetten het onmiddellijk online. Klopt het niet, dan veranderen we dat. Maar het eerste bericht is niet weg; het blijft behouden voor het collectieve geheugen. Nepnieuws is een aantrekkelijke business. Er valt zowel economisch als politiek gewin mee te halen. En het is leuk: studenten proberen nepnieuws ‘viral’ te laten gaan.” Bij Google kun je ‘het recht om te worden vergeten’ aanvragen. Evers: “De Raad voor de Journalistiek is daar huiverig voor. Wat gebeurt er als we in archieven gaan snijden?”

Vloeibare grenzen
Er is ook een duidelijke verschuiving tussen publieke en private ruimte. Wat is Facebook? Iedereen kan erop, al kun je dingen afschermen. Een journalist kan daar zomaar content afhalen voor gebruik in de media. We zijn allemaal BN’ers. Iedereen die zich in de sociale media roert, moet tegen een stootje kunnen.” Ook in de wereld van de journalistiek zijn de grenzen vloeibaar geworden, meent Evers. Is bedrijfsjournalistiek wel echte journalistiek? Journalistiek is onafhankelijk. Maar mode- of autojournalisten dan? “Onafhankelijkheid voldoet niet meer als criterium. De grenzen tussen journalistiek en documentairemakers, bloggers en vloggers vervagen ook onder invloed van de digitalisering. Alle reden om weer eens na te denken over de beroepsgrenzen.”

Onder leiding van Ivonne Smit gaat het gesprek verder over onze verantwoordelijkheid als communicatiespecialist. Jan Merton, zelfstandig communicatieadviseur, schreef samen met media- en communicatieadviseur Nico de Leeuw ‘Communicatie en ethiek’. “Het gaat om vertrouwen. Dat krijg je alleen als je betrouwbaar bent, als je ethisch communiceert. Een organisatie heeft zelf al contacten met publiek, zonder dat je er als communicatieadviseur tussen zit. Wat breng jij mee?” Merton bekijkt het vanuit de drie hoofdstromingen in de ethiek. Beginselethiek: als je vindt dat deze handeling mag, dan moet dit in alle gevallen gelden. Gevolgenethiek: het mag geen schade aanrichten. En deugdenethiek: welke deugd(en) levert het op?

Moraliteit versus effectiviteit
De schrijvers leggen een aantal cases voor over ethische kwesties in de communicatie. De deelnemers vragen zich af of hier een communicatieadviseur bij betrokken was en zo ja, of er naar hem of haar is geluisterd. Heiligt het doel de middelen? Of vergooi je je goede naam bij de pers en de doelgroep? En wat mag je als overheid communiceren? De reacties zijn divers.
“Volgens de richtlijn voor overheidscommunicatie moet we rechtmatig, toegankelijk en herkenbaar (als overheid) communiceren. Als een bestuurder toch de grenzen over wil, dan moet je hem daar wel op wijzen. Verder is het voor zijn rekening.”
“Bedrijven gaan zich wel transparanter opstellen, want de klant wordt steeds kritischer.” Al is ook dat niet zaligmakend, blijkt uit diverse actuele fraudezaken. “Die pathologie in de top, die los je niet op.”
“We moeten de ethische kaart spelen. Wie zou het anders moeten doen?” Dat staat of valt wel met de positie van communicatie in de organisatie. Kan een code daarbij helpen?
“Een code is het laatste redmiddel. Het gaat erom dat je het juiste gesprek voert.”
We wensen de communicatieadviseurs sterkte en wijsheid.

Meer cases over ‘morisprudentie’ (morele jurisprudentie) in de communicatie zijn te vinden op: http://www.communicatie.land/