Logo Zoeken

Wie framede Piet?

7 oktober 2014Harrie van Rooij

Een van de meest besproken personen van 2014 is zwarte piet. De discussie over de donkere knecht wil maar niet uitdoven. Wat ooit een kinderfeest was, is een arena van links en rechts geworden. Ik kan erover meepraten. Toen ik in een krant eens de argumenten van verdedigers van zwarte piet kritisch op een rijtje zetten, beweerden boze lezers dat ik een ‘linkse rat’ was.

LOGNW_zwartepiet.jpg

Emotie alom dus. Maar is het ook een publieke zaak? Moet de overheid iets met het onderwerp? Nee, zeggen veel bestuurders en politici. Het is een zaak voor de privésfeer en voor verenigingen. Te makkelijk, zeggen anderen. Al is het maar omdat er publieke gelden zijn gemoeid bij al die intochten en bij de publieke omroep. Of omdat de Verenigde Naties ons erop aanspreken. 
Er is iets vreemds met die hele zwartepietendiscussie. Een grote en machtige meerderheid lijkt niets te voelen voor gemorrel aan de traditie. En de kleine groep die de knecht weg wil hebben, heeft in het publieke debat betrekkelijk weinig prominente woordvoerders. En tóch lijkt de sloop van zwarte piet begonnen. Gemeenten beraden zich over de toekomst van intochten. Hema en andere winkels halen zwartepieten schielijk uit het assortiment. Als dat inderdaad zo is, kan ik maar één conclusie bedenken. Niet de tegenstanders, maar de vrienden van zwarte piet hanteren de sloophamer.

Hoe is dat mogelijk? Voor wie een beetje thuis is in theorie over framing, ligt het antwoord voor de hand: doordat de frames die je gebruikt onbedoeld de mening ondersteunen die je nu juist wilde bestrijden! Mooi materiaal voor een afstudeeronderzoek zou ik zeggen. Een schot voor de boeg:

  • Frame: ‘Zwarte piet is (niet) racistisch’. Het racisme-argument ligt altijd gevoelig. Discussies over mogelijke doorontwikkeling van de zwarte knecht gaan onmiddellijk in het slot zodra grote woorden als racisme en discriminatie vallen. Wie echter heel vaak, heel heftig, argumenteert dat zwarte piet ‘niet racistisch’ is, creëert ten slotte een roze olifant.
  • Frame: ‘(Weg met) Weg met ons’. We lijken in Nederland plotseling zeer gevoelig voor kritiek op onze waarden en normen. Als je je openlijk afvraagt of sommige - tradities misschien achterhaald zijn, kun je beschuldigd worden van een ‘weg met ons’-mentaliteit. Cultuurrelativisme, zelfspot – we willen er even niets van weten. Het zal met onzekere en angstige tijden te maken hebben. Maar wie continu als door een wesp gestoken reageert op kritiek, geeft onbedoeld het signaal dat er wel degelijk een pijnlijke plek is blootgelegd.

Twee andere frames die een constructieve dialoog moeilijk maken:

  • ‘Het kinderfeest’. Dit woord is tot een krachtig frame uitgegroeid. Het wordt voornamelijk gebruikt om de context van onschuldig plezier te schetsen. Tegenstanders van zwarte Piet worden getypeerd als spelbedervers die kindertjes hun heerlijkste feest willen afpakken.
  • ‘Dit land is gek geworden’. De wereld staat in brand en wij praten over een ingebeeld probleem van een niet bestaande minderheid…Een succesvolle strategie voor wie elke een dialoog snel wil afbreken en zijn verandergezinde tegenstander als een malle zeurpiet wil wegzetten. Ook ‘verandergezind’ is overigens weer een handig frame: je zet de liefhebbers van een traditie ermee neer als verstokte en behoudzieke smachters.

Het is, kortom, niet vreemd dat verbinding tussen voor- en tegenstanders rond dit onderwerp moeilijk tot stand komt.

Wat vind jij? Hebben bestuurders, politici en andere overheidsdienaren een rol in deze dialoog? Is er een taak voor overheidscommunicatoren weggelegd? En welke frames zouden verschillen kunnen overbruggen in plaats van accentueren?