Empathie als tegengif
Noëlle Aarts zette zich jarenlang in voor een betere dialoog over complexe maatschappelijke vraagstukken. Na haar afscheid als hoogleraar blikt ze terug op meer dan dertig jaar onderzoek naar communicatie tussen andersdenkenden, en deelt ze haar belangrijkste inzichten.
Foto: Michel Porro
n juni nam Noëlle Aarts afscheid als hoogleraar socio-ecologische interacties aan de Radboud Universiteit. Daarmee sloot ze een indrukwekkende academische loopbaan af, waarin ze meer dan dertig jaar lang twee werelden verenigde: die van de natuur en menselijke communicatie. ‘Mijn fascinatie voor de relatie tussen natuur en communicatie is ontstaan in mijn jeugd’, vertelt Aarts in haar weelderige tuin in het Gelderse Beek. ‘Ik groeide op in een groot gezin en buitenspelen in de bossen en velden was vanzelfsprekend. De natuur was een bron van vrijheid, troost en verbondenheid.’
Maar al jong leerde ze ook over milieuproblemen. ‘In 1972 kwam de Club van Rome met het rapport Grenzen aan Groei, en een scheikundeleraar liet ons met eenvoudige apparaten de luchtkwaliteit meten. De uitkomsten daarvan maakten diepe indruk op me. Het was een eyeopener dat onze manier van leven zoveel impact had. Dat heeft mijn keuze om biologie te gaan studeren mede bepaald.’ Tijdens haar studie ontdekte Aarts dat de kern van milieuproblemen niet in de natuur lag, maar in menselijk gedrag. ‘Onze keuzes, belangen en waarden bepalen of vraagstukken worden opgelost of verergeren. Omdat ik wilde begrijpen hoe mensen in verschillende werelden denken, communiceren en conflicten hanteren, maakte ik de overstap naar antropologie.’
Bevrijdend inzicht
De behoefte om menselijk gedrag beter te begrijpen, bracht haar over de grens. Tijdens onderzoeken in Venezuela en andere landen leerde ze dat communicatie diepgeworteld is in cultuur en context. ‘Ik ontdekte hoe subtiel en informeel communicatieregels zijn. Ook onder mensen die op elkaar lijken, kunnen kleine culturele verschillen grote misverstanden veroorzaken. Dat besef van contextgevoeligheid is een rode draad in mijn werk. Communicatie gaat nooit alleen over woorden, maar ook over de setting, relaties en culturele achtergrond.’
Een ontmoeting met een hoogleraar filosofie uit Kameroen liet haar zien hoe wereldbeelden uiteen kunnen lopen. ‘Hij vertelde dat in zijn taal niet over waarheid, maar over perspectief wordt gesproken. In het Westen denken we vaak in absolute termen – iets is waar of niet. In Kameroen zijn er meerdere, naast elkaar bestaande werkelijkheden mogelijk. Dat vond ik een bevrijdend inzicht. Met het erkennen van de werkelijkheid van de ander hoef je je eigen werkelijkheid niet direct overboord te gooien. Dat vermindert de angst voor verschillen en maakt nieuwsgierigheid mogelijk.’
Tussen hoop en gevaar
Die les over meervoudige werkelijkheden bleek later in haar carrière relevant in gepolariseerde debatten. Als deskundige op het gebied van communicatie en dialoog bij complexe maatschappelijke vraagstukken werkte Aarts mee aan het project WildlifeNL, dat gericht is op onze omgang met grote zoogdieren zoals wolven, wilde zwijnen en bevers. ‘Het gaat vooral over de manier waarop mensen samenleven met deze dieren. Boeren, jagers, ecologen en natuurorganisaties kijken er allemaal anders tegenaan. Hun taal schept verschillende werkelijkheden. Noem je een wolf een probleemwolf, dan zie je een gevaar. Noem je hem een teruggekeerde soort, dan weerklinkt herstel en hoop.’
‘Een debat draait om winnen, een dialoog om begrijpen’
Juist in zo’n krachtenveld vol werkelijkheden zijn communicatieprofessionals van onschatbare waarde. ‘Communicatie is nooit neutraal. Het gaat niet alleen om wat je zegt, maar om hoe het bij de ander landt. Communicatieprofessionals moeten kunnen laveren tussen tegengestelde belangen en emoties waar hele werelden achter schuilgaan.’
Waar communicatie vaak wordt ingezet om te overtuigen, pleit Aarts voor meer dialoog. ‘Een debat draait om winnen: je luistert om te reageren. Een dialoog draait om begrijpen: je luistert om de ander echt te horen. Het gaat niet om gelijk krijgen, maar om het verkennen van waarden, emoties, zorgen en identiteiten. Vaak ontstaat dan iets nieuws – een gezamenlijk perspectief dat je niet had voorzien.’ Volgens Aarts is deze benadering hard nodig in deze tijden van maatschappelijke polarisatie. ‘Of het nu gaat over klimaat, migratie of gezondheid: we zitten vast in tegenstellingen. Debatten verharden de posities. Dialoog opent de mogelijkheid om verschillen te erkennen en verbonden te blijven. Want je kunt pas goed aandacht besteden aan je eigen verhaal als je de ander begrijpt.’
De kracht van empathie
Dat inzicht is volgens haar cruciaal in de huidige maatschappij. ‘Individualisering, neoliberalisme en globalisering hebben de samenleving veranderd. We zijn steeds meer op onszelf teruggeworpen. Jongeren ervaren enorme prestatiedruk. Onze identiteit is voor een groot deel gebaseerd op bezit en succes. Filosofen als Erich Fromm en Jürgen Habermas hebben dat haarscherp beschreven: een cultuur van hebben in plaats van zijn. Dat leidt tot gevoelens van vervreemding en psychische klachten, ook bij jongeren die ogenschijnlijk niets tekortkomen.’
Aarts gelooft dat een empathische manier van communiceren een tegenwicht op deze ontwikkeling kan vormen. ‘Door empathie centraal te stellen en gesprekken te voeren die niet draaien om overtuigen maar om begrijpen, kunnen we weer sociale verbondenheid ervaren. Empathie is geen soft begrip, maar een noodzakelijke voorwaarde voor een gezonde samenleving.’ Wie empathie wil ontwikkelen, moet volgens haar breder kijken dan taal. ‘We onderschatten de rol van non-verbale en zintuiglijke communicatie. Kinderen ontdekken de wereld door te voelen, te ruiken, te kijken. In het onderwijs verschuift de nadruk snel naar taal en cognitie, waardoor zintuiglijk leren op de achtergrond raakt. In Nijmegen heb je het muZIEum. Daar leiden blinde gidsen je rond in totale duisternis waardoor je oren, handen en neus de hoofdrol spelen. Zulke ervaringen leren je dat er meer manieren zijn om de wereld te ervaren. Dat begrip van resonantie, zoals socioloog Hartmut Rosa het noemt, kan ons helpen de vervreemding van deze tijd tegen te gaan.’
Meer zintuiglijke rijkdom is wellicht ook een tegenhanger voor de digitale prikkels die jongeren overspoelen. ‘Dat kan leiden tot overprikkeling en manipulatie, maar het biedt ook kansen. Sommige spellen leren jongeren systeemdenken, of ze vergroten hun taalvaardigheid doordat ze in contact komen met leeftijdsgenoten uit andere landen. Maar we moeten wel alert blijven. Verveling komt nauwelijks meer voor, terwijl dat juist creativiteit kan aanwakkeren. We zouden jongeren meer ruimte moeten geven om zich te vervelen, om zelf betekenis te scheppen.’
Flexibiliteit vs. controle
In een wereld die steeds sneller en complexer wordt, vraagt effectief communiceren om flexibiliteit. ‘We hebben vaak de illusie dat communicatie maakbaar en meetbaar is, maar interacties zijn per definitie onvoorspelbaar. Een heldere visie geeft richting en je kunt je voorbereiden, zoals een voetbalcoach zijn team voorbereidt. Maar het spel zelf verloopt altijd anders. Het is de kunst om te blijven reflecteren, te monitoren en bij te sturen. Niet krampachtig vasthouden aan plannen, maar meebewegen met wat zich aandient.’ Wetenschap kan daarbij richting geven, maar is volgens Aarts niet allesbepalend. ‘Wetenschap levert geen politieke waarheden. Dat bleek wel tijdens de COVID-19- pandemie, toen adviezen over afstand houden direct werden vertaald in politieke beslissingen. Wetenschap biedt feiten en inzichten, maar de politiek moet een waardenafweging maken. Dat onderscheid is cruciaal.’
Om te zorgen dat onderzoek meer is dan een bron van kennis, is het belangrijk om bruggen te slaan tussen wetenschap en praktijk. Daarvoor zette Aarts zich in bij het Centrum Strategische Communicatie (CSC), waar ze tussen 2008 en 2017 de Logeion-leerstoel bekleedde aan de Universiteit van Amsterdam. Haar kerntaak was het verbinden van communicatiewetenschap en de beroepspraktijk. ‘Het waardevolle van het CSC is dat wetenschappers en communicatieprofessionals samen aan vragen uit de praktijk werken. Zo wordt onderzoek een instrument voor inzicht in en oplossingen voor maatschappelijke problemen.’
Krachtig mechanisme
Volgens Aarts spelen communicatiespecialisten een grote rol in het omgaan met complexe maatschappelijke vraagstukken. Communicatie is meer dan het uitwisselen van informatie: het is een krachtig mechanisme dat bepaalt hoe samenlevingen functioneren en mensen zich tot elkaar verhouden. Het kan muren optrekken, maar ook bruggen bouwen. ‘Dat maakt het vak niet eenvoudiger, maar wel relevanter. Mijn belangrijkste advies? Blijf nieuwsgierig. Zoek actief het gesprek op met mensen buiten je bubbel. Ga de samenleving in en spreek met de taxichauffeur, de buurman met een ander geloof of de collega die heel anders denkt over politiek. Niet om de ander te overtuigen, maar om te begrijpen. Alleen door nieuwsgierig en empathisch te zijn en de dialoog aan te gaan met andersdenkenden, kunnen we polarisatie tegengaan en bouwen aan een samenleving die minder gefragmenteerd en meer verbonden is.’
------
Over Noëlle Aarts
Noëlle Aarts (1957) is een invloedrijk communicatiewetenschapper. Ze maakte naam met onderzoek naar dialoog en communicatie rond complexe maatschappelijke vraagstukken. In haar werk staat de wisselwerking tussen de mens en zijn leefomgeving centraal. Aarts was hoogleraar in Wageningen en aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, en bekleedde van 2008 tot 2017 de Logeion-leerstoel Strategische Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam.
------
Dit artikel verscheen eerder in C - het communicatiemagazine van Nederland