De keerzijde van AI: groeiende kenniskloof met grote gevolgen
De voordelen van generatieve AI-tools als ChatGPT en Copilot zijn evident. Je kunt er razendsnel heel veel informatie mee vinden, je eigen kennis checken op hiaten, grote stukken tekst vertalen en zelfs conceptnotulen mee laten maken, om slechts een paar mogelijkheden te noemen. In het bedrijfsleven staat AI hoog op de prioriteitenlijst van veel organisaties. Het bijscholen van medewerkers is daarbij een van de belangrijkste randvoorwaarden voor een succesvolle transitie naar een AI-gedreven organisatie.
In dit artikel neemt Bert Pol je mee in de manier waarop AI-tools zoals ChatGPT de maatschappelijke kloof vergroten, met ingrijpende persoonlijke, sociale en economische gevolgen.

Een blinde vlek: AI versterkt maatschappelijke tweedeling
Het enthousiasme is begrijpelijk, maar er is weinig aandacht voor een belangrijk probleem: AI-tools vergroten de maatschappelijke kloof. Ongeveer twee miljoen mensen tussen de 16 en 65 jaar kunnen deze tools niet gebruiken. Oorzaken zijn laaggeletterdheid, beperkte cognitieve vermogens en een gebrek aan digitale vaardigheid. Deze groep raakt steeds verder achterop en vindt moeilijker werk. Dat leidt tot persoonlijke, maatschappelijke en macro-economische schade.
Belemmeringen bij het gebruik van AI-tools
1. Laaggeletterdheid en het gebruik van AI-tools
Om AI goed te gebruiken, moet je kunnen lezen en schrijven. Ruim twee miljoen Nederlanders zijn laaggeletterd.[1] Verbaal opdrachten geven en antwoorden beluisteren is mogelijk, maar informatie begrijpen, combineren en onthouden lukt niet goed zonder schrijfvaardigheid. Bovendien moet je snappen wat AI is, hoe het werkt en kunnen beoordelen of de antwoorden kloppen — iets wat moeilijk is zonder goede leesvaardigheid.
2. Digitale vaardigheden zijn onmisbaar
Ook digitale vaardigheden zijn een voorwaarde. Twee miljoen mensen zijn digitaal beperkt vaardig.[2] Hoewel bijna iedereen een smartphone heeft, beperkt het gebruik zich vaak tot bellen en WhatsApp. AI-tools vragen om complexer gedrag en vaardigheden die verder gaan dan vaste routines.
3. Cognitieve vermogens zijn vereist
Het bedenken en formuleren van goede prompts vereist leesvaardigheid én een toereikend IQ. Ruim twee miljoen mensen hebben een IQ tussen de 70 en 85 (zwakbegaafd).[3] Zij kunnen de tools vaak niet zelfstandig gebruiken.
De kenniskloofhypothese vijfenvijftig jaar later
De groepen die laaggeletterd zijn, cognitief minder bedeeld en niet digitaal vaardig overlappen elkaar ongetwijfeld ten dele. Maar het is niet onrealistisch ervan uit te gaan dat, conservatief geschat, in totaal zo’n twee miljoen mensen niet in staat zijn de generatieve AI-tools op een adequate manier te gebruiken. In 1970 formuleerden Tichenor, Donahue en Olien de kenniskloofhypothese, die inhoudt dat er met het verstrekken van informatie en het geven van voorlichting een steeds verder groeiende kenniskloof ontstaat tussen mensen die in staat zijn die informatie te verwerken, en degenen die daartoe niet in staat zijn.[4]
De maatschappelijke en persoonlijke gevolgen
Met de komst van de generatieve AI-tools als ChatGPT en Copilot zal die kenniskloof tussen degenen die ze kunnen gebruiken en degenen die daar niet toe in staat zijn steeds dieper worden. Het tempo waarin dat gebeurt, wordt steeds hoger. Achterblijvers kunnen zich ook minder snel ontwikkelen dan gebruikers.
Verslechterende positie op de arbeidsmarkt
Hun inzetbaarheid in het arbeidsproces zal daardoor ook in een steeds hoger tempo afnemen. En daarmee groeit de kans dat ze zeer langdurig werkloos blijven. Je kunt hier tegenin brengen dat je niet voor alle soorten werk voordeel hebt van AI-tools. Maar ook voor wie in de verzorging werkt, is het bijvoorbeeld van belang snel informatie te kunnen vinden als een cliënt plotseling gezondheidsklachten lijkt te hebben. En een loodgieter die sneller een oplossing kan vinden als hij tegen een niet-alledaags probleem oploopt, heeft een voordeel ten opzichte van een collega of concurrent die dat niet kan. Een schoonmaker die met vlekken geconfronteerd wordt die hij niet kan thuisbrengen, kan met een foto via Gemini eerder achterhalen hoe hij in zo’n geval een oppervlak moet behandelen.
Toename van maatschappelijke tweedeling
Op de tweede plaats jaagt de snel groter wordende kloof maatschappelijke tweedeling aan. De achterblijvers raken de aansluiting bij de maatschappij kwijt. Jongeren komen nog eerder dan al het geval is in de criminaliteit terecht.[5]
Verergering van persoonlijke problemen
Ook de persoonlijke gevolgen voor mensen die achterop raken, stemmen niet vrolijk. Nu is het al zo dat laaggeletterden aanzienlijk meer problemen hebben: ze hebben vaker gezondheidsproblemen en financiële zorgen en ze zijn vaker werkloos. Dat zal alleen maar erger worden.
'Het is zaak alle zeilen bij te zetten om niet achterop te raken'
De economische impact
Gevolgen voor Nederland en de EU
De arbeidsongeschiktheid door persoonlijke problemen of gebrek aan vaardigheden heeft ook consequenties voor de economische positie van Nederland en bij uitbreiding de Europese Unie. (Laaggeletterdheid is in veel EU-landen een probleem.)
Er zouden meer mensen deel kunnen nemen aan het arbeidsproces. En bij in elk geval een deel van degenen die werken, zouden de arbeidsproductiviteit en de effectiviteit omhoog kunnen gaan, met positieve gevolgen voor de internationale concurrentiepositie van ons land.
In een tijd waarin Azië ons als economische macht in rap tempo inhaalt en de Verenigde Staten zich ten opzichte van de EU niet vriendelijk opstelt, is het zaak alle zeilen bij te zetten om niet achterop te raken. (En dat geldt natuurlijk ook voor de EU in zijn totaliteit.)
Wat betekent dit voor communicatieprofessionals?
Voor communicatieprofessionals betekent het voorgaande dat ze nog meer dan nu al het geval is, rekening moeten houden met mensen, die AI-tools niet kunnen gebruiken. Dit vraagt om andere communicatiestrategieën en -uitvoering, zoals persoonlijke communicatie via sociale netwerken. Het is een kwestie van respect en medemenselijkheid. Maar het dient ook de publieke zaak: het beperken van de maatschappelijke schade.
Natuurlijk ligt de verantwoordelijkheid primair bij politiek en bestuurders. Maar communicatieprofessionals kunnen vanuit hun specifieke positie wel wijzen op de gevolgen en de urgentie om snel actie te ondernemen en resultaten op korte termijn te boeken.
Snel resultaat noodzakelijk
Er zijn wel veel initiatieven en stimuleringsfondsen om laaggeletterdheid en digitale beperktheid aan te pakken. Maar die hebben pas effect op langere termijn. Het kost tijd om achterstanden op die gebieden weg te werken.
Er zal dus iets ontwikkeld moeten worden om resultaat op korte termijn te boeken. Met de AI-tools vind je dat niet. Ze verwijzen naar de bekende programma’s voor laaggeletterdheid en digitale vaardigheid. Dat is ook niet zo verwonderlijk: deze AI-apps zijn wel razendsnel in het verzamelen, ordenen en combineren van informatie, maar die moet toch eerst ontwikkeld en beschikbaar zijn. Door mensen.
Verwijzingen
[1] www.lezenenschrijven.nl/over-laaggeletterdheid/informatie-over-laaggeletterdheid-nederland.
[2] Non, M. en M. Dinkova (2021) Aanzienlijk deel beroepsbevolking kampt met lage digitale vaardigheden. ESB, 106(4797): 230-233.
[3] Woittiez, I., Eggink, E. en Ras, M. Het aantal mensen met een licht verstandelijke beperking: een schatting.
Notitie ten behoeve van het IBO-LVB. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2019
[4] Tichonor, P., Donohue, G., & Olien, C. (1970). Mass media flow and differential growth in knowledge. Public Opinion Quarterly 34[2], 159-170.
[5] Teeuwen, M., Bruggeman, M., Dirkse, M. en Malsch, M. Levenslange obstakels. Een levensloopstudie naar licht verstandelijk beperkten in het strafrecht en in de zorg. Amsterdam: Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, 2020.
-----
Dit artikel is gepubliceerd in C01 2025 en daarna geoptimaliseerd voor online leesbaarheid voor de website.