Logo Zoeken
Vakblad C

Representatief raadplegen? Verplaats je!

19 februari 2024Guido Rijnja

Hoe zorg je bij raadpleging van inwoners voor een representatief publiek? Evelien Tonkens, hoogleraar burgerschap aan de Universiteit voor Humanistiek daagt uit om meer werk te maken van het verplaatsen in een ander. Letterlijk ook – of maken we er dan een toneelstukje van?

Eveline Tonken

“Het is belangrijk dat bestuurders en ambtenaren zich realiseren dat de meeste bewoners die meedoen, meer op henzelf lijken dan op andere bewoners uit hun gemeente”, zegt Tonkens, die al zo’n twintig jaar burgerschap en participatie onderzoekt. “Dat zijn mensen die beleid belangrijk vinden en ook zin hebben om zich erin te verdiepen, en niet bang zijn om grafieken en tabellen te lezen en daar anderen over te instrueren. Vaak doen ze ook dit soort werk bij de provincie of een andere gemeente, een ministerie of adviesbureau. De mate waarin dat zo is, hangt wel wat van het onderwerp af. Een complex en technisch onderwerp als de energietransitie trekt vooral dat soort mensen aan en schrikt mensen met minder hierbij passende opleiding en ervaring af.”

Wat betekent het?

Hoe doorbreek je dit patroon? Tonkens: “Ten eerste: zorg dat het precieze onderwerp niet veel technische kennis vraagt. Neem de vraag of er meer windmolens of meer zonnepanelen moeten komen. Dat vereist niet zozeer kennis, maar gaat vooral over: wat betekent het voor het landschap en de omwonenden? Twee: zorg dat er een intensief contact is tussen het mini- en het maxipubliek: de mensen in het burgerberaad en de rest van de gemeente. Dat kan via de media, met straatgesprekken, maar ook door andere manieren van communiceren. Zorg dat kinderen op scholen ermee aan de slag gaan, en er bijvoorbeeld een vlog, een liedje of een tekening over maken, die ze dan geheid aan hun ouders laten zien. Of betrek kunstenaars erbij die een (toegankelijk, begrijpelijk) kunstwerk erover in de publieke ruimte maken.

‘Het is niet reëel om iedereen te betrekken bij een burgerberaad, want sommige mensen hebben het te druk, gezondheidsproblemen of te weinig zelfvertrouwen om in een groep het woord te voeren’

Loting als oplossing

Er zijn meer mogelijkheden. Zo beoogt het burgerberaad via een loting een breder publiek aan te spreken. Tonkens betwijfelt het effect: “Ik dacht eerst ook dat dat ging helpen. Maar dat doet het niet echt, want maar een deel reageert positief en dat zijn de mensen die het bestuur en routes naar participatie toch al wisten te vinden. Daarom is er ook ‘gewogen loting’, waarbij je herhaaldelijk extra loot onder mensen die weinig meedoen, teneinde een representatieve groep te krijgen. En dat werkt wel aardig voor de criteria die je kunt objectiveren en in een loting kunt verwerken, zoals gender, leeftijd en buurt. Maar het werkt niet voor de mate waarin men bereid en in staat is om op een paar vrije zaterdagen tijdelijk een soort beleidsmedewerker te worden. Dat kun je niet uit de gemeentelijke basisadministratie halen.” Daardoor blijven hoger opgeleiden oververtegenwoordigd. Dat komt ook steevast uit internationaal onderzoek.

Neem een rol

Tijdens een afscheidssymposium voor burgemeester Koos Janssen van Zeist op 3 november vorig jaar opperde Tonkens een nieuwe mogelijkheid voor verplaatsing: vraag een deel van de mensen om een andere rol aan te nemen. Dat kan ook bij een burgerberaad. Deelnemers die daarvoor openstaan ontvangen bij hun lot een rolbeschrijving. Tonkens: “Dan ben je meneer Makker, een alleenstaande man van 85 jaar met een laag pensioen in een tochtige huurwoning die hij huurt van een particuliere verhuurder. Meneer Makker fietst niet meer maar heeft wel een Canta. Hij gaat elke dag naar zijn dementerende vrouw in het verpleeghuis, een kilometer van zijn woning vandaan. Bedenk wat zijn zorgen zijn. Is hij bijvoorbeeld bang te moeten verhuizen als de verhuurder zijn woning energieneutraal gaat maken? Of is hij bang dat de verhuurder helemaal niets gaat doen om de woning energieneutraal te maken, terwijl de energierekening onbetaalbaar wordt? Door zo’n rol-loting zijn daadwerkelijk alle stemmen te horen tijdens een burgerberaad, ook van degenen die geen zin of tijd hebben, die te zwaar belast of ziek zijn of zich het Nederlands te weinig machtig voelen.

Oneerlijk

Bij de lancering van het idee reageerden aanwezige bestuurders en ambtenaren deels nieuwsgierig, deels ongemakkelijk. Tonkens: “Rol-loting heeft natuurlijk ook beperkingen. Mensen die niet van toneel spelen houden zullen liever gewoon namens zichzelf praten. Mensen die namens zichzelf praten al doodeng vinden, zullen het nog enger vinden om namens een ander te praten. Maar er zijn vast ook mensen die zich graag in anderen verdiepen en die het oneerlijk vinden dat er van hun soort zoveel mensen meedoen. Iedereen weet eigenlijk wel dat dit een probleem is maar hoopt dat het wel meevalt, en dat loting wel zorgt voor een representatieve groep deelnemers.

Namens anderen spreken

Tonkens erkent de beperkingen: “Je benadrukt hiermee natuurlijk het verschil tussen mensen die gewoon namens zichzelf kunnen spreken en mensen die een woordvoerder nodig hebben, maar dat verschil is er nu eenmaal. Als je ervan wegkijkt wordt dat verschil niet minder. Het is ook niet reëel om iedereen te betrekken bij bijvoorbeeld een burgerberaad, want sommige mensen hebben het te druk, hebben teveel zorgen, gezondheidsproblemen, te weinig zelfvertrouwen om in een groep het woord te voeren enzovoorts.” Een andere optie is volgens Tonkens om professionals te vragen. Met hun ervaring kunnen jongerenwerkers, zorgverleners en docenten ook het perspectief van niet gehoorde groepen inbrengen. “Een echt perfecte oplossing is er niet. Dus het blijft behelpen en elke vorm heeft nadelen. Het is wel belangrijk om dat ook te erkennen en dus bij elk voorstel de nadelen ook te formuleren, zonder een voorstel daarmee meteen van tafel te vegen.