Het geluid van jongeren
‘Goed nieuws, we gaan. Heb jij het al gehoord? Oeps, te laat. De toekomst gaat niet door.’ De songtekst van Sef dreunde afgelopen zomer nog na terwijl ik op de maandagmarkt mijn groenten afrekende. Het weekend daarvoor stond ik op Lowlands mijn keel kapot te schreeuwen toen hij samen met Froukje dit nummer voordroeg. Tienduizenden mensen, onder wie veel jonge mensen, zongen mee met de tekst over het belang om goed voor onze aarde en elkaar te zorgen.
Die betrokkenheid voelde ik het hele festival-weekend. Er werd gedanst op muziek over gelijke rechten, een traantje weggepinkt bij een nummer over vrouwengeweld en gediscussieerd over de invloed van de Amerikaanse politiek. Politiek, activisme, maatschappelijke betrokkenheid – het liep als een refrein door het weekend. Denkend hieraan, tussen de patatkraam en de bloemenstal, hoor ik ineens een man in harde tongval tegen zijn maat zeggen: ‘Het ken ze allemaal de pleures schelen.’ Ik spits mijn oren. Hij doet zijn beklag over het gebrek aan politieke en maatschappelijke betrokkenheid van jongeren. Zijn woorden prikken door mijn festivalherinneringen. Zit ik in een bubbel? Zie ik alleen jongeren die zich wél laten horen? Op een festival, in de collegezaal, op sociale media? Of heeft de man gelijk en zijn jongeren apathisch als het om politiek gaat?
Volgens een recente survey van politiek psycholoog Céline Laffineur en collega’s blijkt dat jonge mensen inderdaad niet erg warmlopen voor ‘de Nederlandse politiek’ als abstract thema. Slechts drie op de tien jongeren is geïnteresseerd in politiek. Weinigen volgen politieke debatten (13 procent), nog minder lezen een partijprogramma (9 procent) of zijn lid van een politieke partij (5 procent). Vanuit het perspectief van de marktman lijkt dat op desinteresse. Zodra het om politieke issues gaat, zien we echter iets anders. Meer dan de helft van de jongeren heeft interesse in klimaatverandering (55 procent), armoede (51 procent) en criminaliteit (67 procent) – stuk voor stuk issues die hoog staan op de agenda van politieke partijen. Die betrokkenheid manifesteert zich wel op andere manieren: via het delen van politieke posts op sociale media (52 procent), het tekenen van een petitie (63 procent) of donaties aan een politiek doel (72 procent). Hier botsen apathie en actie, afstand en engagement, traditie en transformatie.
Daarmee hebben de man en ik allebei een beetje gelijk. Wie alleen naar de klassieke instituties kijkt, ziet jongeren wegkijken. Wie naar politieke issues kijkt, ziet een generatie die bruist van bewustzijn en betrokkenheid. Tussen de patatkraam en het podium, tussen het meeblèren met muziek en het schreeuwen van marktprijzen, schuilt dus de nuance. De vraag is niet of jongeren betrokken zijn, maar of wij – als mens en maatschappij – oren hebben voor de wijze waarop zij zich uiten. Of misschien niet uiten, maar wel beleven. Wie luistert naar zowel de stilte als het geluid dat jongeren laten horen, ontdekt dat de essentie van muziek in de noten zelf zit én in de ruimte ertussen.
------
Dit artikel verscheen eerder in C - het communicatiemagazine van Nederland