Mijmeringen over de snelle evolutie van taal
Zo maar een mijmeringetje. Over taalgebruik in coronatijd dat me opvalt. En hoe dat in korte tijd wordt overgenomen en deel uitmaakt van het jargon. Want de Pauzeknop is momenteel alomtegenwoordig. Mooi woord, prachtige metafoor en impliceert dat daarop gedrukt kan worden. Maar, als er niet op gedrukt wordt, gaat alles door zoals gepland. Daar is de knop voor, zou je denken.
Zo neemt het kabinet coronamaatregelen met een Pauzeknop. Die snap ik. Als cijfers tegenvallen, gaan met een druk op die knop de maatregelen weer van tafel. De Pauzeknop is zo een soort voorbehoud. Vervolgens zie je dat de knop een eigen plek krijgt in communicatie over het coronabeleid. ‘ Het kabinet heeft besloten niet op de Pauzeknop te drukken.’ De aangekondigde maatregelen gaan dus gewoon door. Tot zover gaat het goed.
Lastiger wordt het in het kader van de Toeslagenaffaire. Daar geldt een Pauzeknop voor schuldeisers van gedupeerde ouders, lees ik. Meteen voel ik mee met die ouders, die het al zo zwaar hebben. De Pauzeknop is er wel, maar de tekst geeft niet aan dat er gebruik van wordt gemaakt, hij wordt niet ingedrukt. Dat wordt betalen voor hen. Tot ik in andere media las dat er ‘op de Pauzeknop is gedrukt.’ Aha! Er is dus wel een pauze ingelast! Opgelucht haal ik weer adem namens de ouders.
Dan eentje die ik gewoon domweg niet snap: doorstroomlocaties. Daar is veel om te doen. Logisch, want wat is er handiger dan even aanleggen bij een drive through van een fast food restaurant (over jargon gesproken) om vanuit je auto eten te bestellen en daarna meteen weer door te rijden. Volledig coronaproof, dacht ik zo. Toch moesten ook die dicht.
Inmiddels begrijp ik dat doorstroomlocaties, locaties zijn waar je juist niet doorstroomt, maar een wat groter deel van de dag verblijft, zoals in dierentuinen of musea. Beats me. Oftewel: gooi maar in mijn pet. Ik vind het heerlijk om over taal na te denken en te zien hoe levend taal is en hoe snel het zich ontwikkelt. Vast een eigenschap waar meer communicatieprofessionals ‘last’ van hebben.