Logo Zoeken

Column C#10: Syriëgangers

22 december 2014Noelle Aarts

Een jaar geleden vertrok de negentienjarige Aicha naar Syrië om te trouwen met de Turks-Nederlandse jihadstrijder Omar. In maart dit jaar reisde Sarah, een zeventienjarig meisje uit Zuid-Frankrijk, naar Syrië om te trouwen met een Tunesische IS-strijder en zich aan te sluiten bij de Jihad. Onder de beulen in de onlangs gelanceerde onthoofdingsvideo’s van Islamitische Staat bevinden zich een Brit – inmiddels als  Jihadi John bekend – een Belg, een Fransman en mogelijk een Deen.

LOGNW_NoelleAarts.jpg

Wat beweegt westerse jongeren om zich bij de gewelddadige Jihad te voegen? Ze reizen waarschijnlijk niet naar Syrië met het vooropgezette plan iemand te onthoofden. Mijn Amsterdamse studente Hannah Werner analyseerde de literatuur. Zij concludeert dat het besluit te vertrekken het resultaat is van een samenkomen van ontwikkelingen op verschillende niveaus, als in een chemische reactie.

Zo is er de ontwikkeling van het Pan-Islamisme, een ideologie die jonge strijders voorziet van een nieuwe, transnationale identiteit. Voor veel Syriëgangers biedt dit een uitkomst voor gevoelens van stigmatisering en uitsluiting die zij in hun dagelijkse leven ervaren. Veel Moslimjongeren worden bij voortduring geconfronteerd met gebrek aan begrip voor en acceptatie van hun culturele en religieuze achtergrond. De frustratie is vooral groot onder jongeren binnen de derde generatie immigranten, die perfect de taal spreken, goed zijn opgeleid en ambitie hebben. Maar zich desondanks niet thuis voelen in onze samenleving.

Werners analyse laat zien dat het fenomeen van een toenemend aantal jonge, westerse Jihadstrijders niet enkel kan worden begrepen vanuit oorzaken buiten onze westerse samenleving. Hoewel slimme communicatiestrategieën er zeker toe bijdragen dat jongeren zich aangetrokken voelen tot de Jihad, schiet de gedachte dat zij machteloze slachtoffers zijn van religieuze indoctrinatie, of voorbestemde terroristen, tekort. En daarmee ook de maatregelen die op dit uitgangspunt zijn gebaseerd. Dreigen met uitzetting of hun paspoort afnemen, helpt niet.

Integendeel. Het is olie op het vuur.

De vraag moet niet zijn: hoe zijn deze terroristen ons land binnengekomen en hoe krijgen we ze er weer uit? De vraag moet zijn: waarom is onze samenleving niet in staat om deze jongeren een aantrekkelijke identiteit en leefomgeving te bieden? Ik stel voor dat we aan de hand daarvan een nieuwe dialoog over het integratiebeleid beginnen.

 

Noelle Aarts

Bijzonder hoogleraar strategische communicatie (Logeion-leerstoel)