Logo Zoeken

Beginnend Geboetseerd

25 juni 2014Liliane Ruyters

In het gemeentehuis van Almere vond maandagavond een pittige discussie plaats over het thema ‘is er een kloof tussen praktijk en onderwijs en hoe kunnen wij leiderschap tonen door die kloof te slechten?’ (met dank aan de NOS-app voor het laten weten van de uitslag). Die discussie bleek relevanter dan wij waarschijnlijk in de gaten hadden. De Volkskrant berichtte dat honderden alfastudenten onterecht hun bul hadden ontvangen. Eén van de universitaire opleidingen die volgens de accreditatiecommissie onder de maat was, bleek Communicatiewetenschappen in Utrecht.  Zesjes voor scripties hadden eigenlijk vijfjes moeten zijn.

LOGNW_Shutterstock-geslaagd.jpg

De kwaliteit van scripties kwam gisteren slechts terloops aan de orde, in de context van het behoud van nieuwsgierigheid. De aanwezigen vreesden namelijk dat studenten van zowel HBO als universiteit in de huidige tijd zo gestuurd worden door regels, richtlijnen, vooruitzichten op de markt en studiefinanciering dat zij afleren nieuwsgierig te zijn. En juist die nieuwsgierigheid heb je nodig om tot een goede adviseur uit te groeien die het aandurft kritische vragen te stellen. Opleidingen zouden daarom nieuwsgierige mensen moeten afleveren die durven niet te weten.

De studenten die vol zelfvertrouwen bij hun eerste werkgever binnenstappen, beschikken over een goede basis, door te ‘doen doen doen doen’ krijgen zij het communicatievak echt in de vingers. Tijdens de discussie kwam een aantal overwegingen boven drijven. Leveren de opleidingen collega’s af die al klaar zijn of collega’s die beschikken over een basispakket? Er is niemand die verbaasd opkijkt dat een medicijnenstudent na de basis nog jaren doorgaat om uit te groeien tot huisarts of specialist; voor advocaten is het de normaalste zaak ter wereld dat zij geacht worden in hun professie te groeien. Voor veel beroepen geldt dat er jaarlijks punten gehaald moeten worden in het kader van bijscholing, in het communicatievak is bijscholing (te) vrijblijvend.

Wij zouden onderwijs kunnen zien als het op gang brengen van onze kersverse collega’s. Waarom verwachten wij – uit het werkveld – dat zij alles al kunnen? Indien wij accepteren dat onze nieuwe collega’s ‘beginnend geboetseerd’ zijn, kunnen wij hen helpen de tweede stap in hun ontwikkeling, die tot adviseur, te zetten.
Zien studenten hun opleiding als een eerste stap – klaar maar onaf? Zijn zij in staat te accepteren dat ze blijvend gaan investeren in hun eigen carrière?

In de groep groeide de overtuiging dat de kloof misschien niet geslecht zou moeten worden maar zelfs groter gemaakt: de opleiding is voor de basis, het vak leer je in de praktijk, aanvullende opleidingen zorgen ervoor dat je bij blijft. Een gedeelde verantwoordelijkheid dus. Door de kloof vanzelfsprekend te maken, bouw je tegelijkertijd de brug en los je het probleem op.