Logo Zoeken

Heeft de wetenschap behoefte aan meer contact met de praktijk?

18 februari 2014

'Houden we ons nog wel met de goede dingen bezig?', vroegen de organisatoren van het Etmaal van de Communicatiewetenschap zich af in het slotdebat. Meer contact met de praktijk kan geen kwaad, zo luidde het oordeel.

LOGNW_BlogBettekeRuler.jpg

Ieder jaar komen de Nederlandse en Vlaamse communicatiewetenschappers uit de sociaal wetenschappelijke hoek bij elkaar tijdens het Etmaal van de Communicatiewetenschap. Wageningen had een goede reden om het dit jaar te willen organiseren: 50 jaar geleden kregen zij een eigen hoogleraar communicatiewetenschap, in de persoon van Anne van den Ban. Hij was er beide dagen bij en mengde zich nog steeds graag in de discussies.

Vijf observaties uit de sessies die ik bijwoonde:

* Veel bedrijven zijn bang voor negatieve commentaren in de social media omdat dit hun reputatie kan schaden. Dat is koudwatervrees, zei Lotte Willemsen van de UvA. Of de commentaren positief of negatief zijn maakt voor de reputatie niet uit, wel of je er op een menselijke manier op reageert.

* Jos Hornikx uit Nijmegen onderzocht de vraag  hoe consumenten nieuws delen  over producten en diensten via twitter. Hij noemt dat eWOM, electronic word of mouth. Wat valt op: zoveel wordt er niet over producten of diensten gezegd, en het is bijna even vaak positief als negatief. Ook geruststellend dus.

* Wytske Versteeg uit Wageningen deed onderzoek naar online fora over gezondheidskwesties. Wat blijkt: er wordt allerlei informatie uitgewisseld maar tegelijkertijd worden er ook collectieve normen ontwikkeld over die gezondheidskwesties. Communicatieprofessionals die aan die conversaties willen meedoen moeten dus niet alleen op inhoud zijn gericht maar ook op die normatieve dynamiek.

* Cees Leeuwis van Wageningen University vertelde over de rol van communicatie en onderzoek in innovatieprocessen. Het oude model: onderzoek doen, doelstelling bepalen, voorlichting en educatie verzorgen, en daarna evalueren, is verlaten. Het gaat nu om gezamenlijk uitvoering geven aan de communicatie gedurende het hele proces met voortdurend onderzoek naar hoe dat verloopt. Een soort scrum dus. Voorstel: laten we de communicatieprofessionals geen voorlichters maar innovatie-intermediairs noemen.

* Er was een aparte sessie van de Academie voor Overheidscommunicatie, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Leiden over onderzoek naar speech writing. Leukste conclusie:  Anekdotes trekken beter de aandacht maar beklijven niet goed, feitelijke informatie trekt minder goed de aandacht maar beklijft beter, volgens Luuk Lagerwerf van de VU. Onderzoek naar muzikaliteit in speeches van Eveline Engelen en Jaap de Jong uit Leiden ontlokte een respondent de zin: “Woorden krijgen pas vleugels door de manier waarop ze worden verteld”. Ritme is extreem belangrijk, daar houd je de aandacht mee vast, kun je je boodschap benadrukken en kun je dramatiseren. Speech writers blijken  dat ritme ook letterlijk aan te geven in de uit te spreken tekst, als een soort partituur.

Insecten
Noelle Aarts, bijzonder hoogleraar op de Logeion leerstoel in Amsterdam en ook werkzaam in Wageningen, schetste de ontwikkeling van de leerstoelgroep in Wageningen van onderzoek naar diffusie en adoptie van innovaties (Van den Ban en Röling), via interactieve beleidsvorming en de rol van communicatie daarin (Van Woerkum), naar de invloed van conversaties op innovaties en de communicatiestrategieën die daarbij ingezet kunnen worden (Van Woerkum en nu zijn opvolger Peter Feindt).

Lees verder op de website van CommunicatieOnline